DONDERDAG 24 APRIL 2025 PAASWEEK - DONDERDAG

Geplaatst op Geplaatst in US Daily Meditations


JEZUS IN DE BOVENKAMER (Lc 24:35-48)

Gebed:

O Jezus, overstroom mijn ziel met geloof.

Verbeelding:

Stel je Jezus voor in de Bovenzaal met zijn discipelen.

Context:

De discipelen hebben het nieuws over Jezus' opstanding gehoord, maar wanneer Jezus daadwerkelijk komt, ervaren ze angst en zelfs ongeloof. Langzaam bewijst hij hen dat hij echt is opgestaan. Het scepticisme van de discipelen in deze opstandingsverhalen laat zien dat ze bewijs nodig hadden om te geloven. Dit helpt ons eigen geloof.

Evangelietekst: (Langzaam lezen, eventueel hardop)

Terwijl alle discipelen nog aan het woord waren, verscheen Jezus in hun midden en zei: "Vrede zij met u. Ik ben het, wees niet bang. Ik ben het, wees niet bang." Ze waren echter verontrust en bang en dachten dat ze een geest zagen.
Hij vroeg: "Waarom zijn jullie verontrust en waarom rijzen er vragen in jullie harten? Kijk naar mijn handen en mijn voeten. Zie dat ik het zelf ben. Raak aan en zie. Een geest heeft geen vlees en botten zoals jullie zien dat ik heb." Dit zeggende, toonde hij hun zijn handen en voeten.
Ze waren nog steeds ongelovig van vreugde en waren verbaasd. Hij vroeg: "Hebben jullie hier iets te eten?" Ze gaven hem wat gekookte vis die hij in hun midden opat. Hij zei: "Ik heb jullie gezegd, toen ik bij jullie was, dat alles wat in de wet van Mozes, in de profeten en in de psalmen over mij geschreven staat, in vervulling moest gaan." Hij opende hun geest om de Schriften te begrijpen.

Gedachten: (Lees ze allemaal. Denk na over de gedachten die je aantrekken.)

  1. De discipelen doen een stap terug. Voordat Jezus verschijnt, spraken ze over zijn opstanding. Nu worden ze bang en ongerust.
  2. Jezus is geduldig en geeft hen tekenen.
  3. Hij herhaalt zijn smeekbede "Zie dat ik het zelf ben."
  4. Dit is te mooi om waar te zijn. Jezus moet ze zijn handen en voeten laten zien.
  5. Hij eet voedsel zodat ze weten dat hij geen geest is.
  6. Hij herinnert hen aan alle vervulde profetieën.
  7. Jezus vecht voor hun gedachten en harten.
  8. Hij houdt van hen en koos hen uit om de boodschap naar de wereld te brengen.

Affecties. (Als er een je hart raakt, gebruik dan je eigen woorden).

  • Jezus, je kunt altijd naar me toe komen.
  • Je bent zo geduldig met mijn traagheid om te geloven.
  • Laat angsten mijn geloof niet vernietigen.
  • Je opstaan uit de dood is geen mythe. Je bent van vlees en bloed.
  • O Jezus, je bent altijd bezorgd, je vraagt altijd: "Waarom ben je verontrust?"
  • Jezus, U bent opgestaan. Bijna te mooi om waar te zijn!

Doelen: (Misschien wil je je eigen doelen stellen).

+ Ik zal nadenken over de opmerkelijke waarheid dat Jezus van Nazareth is opgestaan uit de dood.
+ Ik zal geloven dat hij me zal verheffen tot heerlijkheid.

Gedachte voor de dag: (Om je meditatie op te roepen.)

Waarom rijzen er vragen in je hart?