MAANDAG 31 MAART 2025 WEEK VIER VAN DE VASTENTIJD

HET WOORD VAN JEZUS GELOVEN (JN 4,43-54)

Gebed:

O Jezus, U kunt alle dingen. Help me te geloven.

Verbeelding:

Stel je Jezus voor met de koninklijke ambtenaar die pleit voor zijn zoon.

Context:

Dit is de tweede keer in het evangelie van Johannes dat Jezus zijn macht openbaart. Dit tweede wonder vindt ook plaats in Kana en heeft een aantal vergelijkbare aspecten. Ten eerste lijkt het eerste antwoord van Jezus op een weigering. Toch ziet de ambtenaar dat het geen definitieve weigering is. Hij groeit in geloof en "gelooft in het woord dat Jezus tot hem sprak".

Evangelietekst: (Langzaam lezen, eventueel hardop)

Jezus ging naar Kana in Galilea waar hij het water in wijn veranderde. Een zekere koninklijke ambtenaar, wiens zoon in Kafarnaüm ziek was, kwam naar hem toe omdat hij had gehoord dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd. Hij vroeg Jezus om naar beneden te komen en zijn zoon, die op het punt van sterven stond, te genezen.
Jezus zei: "Tenzij je tekenen en wonderen ziet, geloof je niet." De ambtenaar zei tegen hem: "Heer, kom naar beneden voordat mijn zoon sterft." Jezus zei: "Ga naar huis. Uw zoon leeft." De man geloofde het woord dat Jezus zei en ging naar huis.
Op weg naar huis kwamen zijn bedienden hem tegemoet met het bericht dat zijn zoon leefde. Hij vroeg op welk uur dit was gebeurd. "Gisteren, op het zevende uur, verliet de koorts hem." De vader wist dat dit hetzelfde uur was waarop Jezus zei: "Uw zoon leeft." Dus hij en zijn hele familie geloofden. Dit was het tweede wonder dat Jezus deed na zijn terugkeer in Galilea.

Gedachten: (Lees ze allemaal. Denk na over de gedachten die je aantrekken.)

1. Jezus keerde terug naar Galilea, dat vol geloof was. Jezus' roem had zich overal verspreid.
2. Nadat hij van Jezus' wonderen heeft gehoord, komt de koninklijke ambtenaar met groot geloof.
3. De zoon staat op de eerste plaats in het hart van de man en hij wil dat Jezus hem geneest.
4. Jezus' antwoord lijkt hard, net als zijn antwoord aan zijn moeder in Kana.
5. Toch zorgt de liefde van de man voor zijn zoon ervoor dat hij het verzoek herhaalt.
6. Jezus handelt op afstand, wetend dat de zoon genezen is.
7. De beambte is ook tevreden. Hij dringt er niet bij Jezus op aan om met hem mee te gaan.
8. Zonder te zien "geloofde hij in het woord van Jezus".
9. Toen de bedienden het nieuws brachten, twijfelde de ambtenaar er niet aan dat Jezus zijn zoon had genezen.
10. Zijn geloof groeit. Iedereen in het huis gelooft. Hij werd lid van de kerk. Zo hebben we het verhaal.

Affecties. (Als er een je hart raakt, gebruik dan je eigen woorden).

• O Jezus, hoeveel verzoeken heb ik nu in mijn hart.
• O Heer, ik kom voor u met mijn hart vol verlangens.
• Ik zoek geen teken, ik geloof dat u de Christus bent, de Zoon van de levende God.
• Ik hoef niet te zeggen: "Kom naar mijn huis." Je bent al bij mij.
• Jouw kracht kent geen grenzen. Tijd en plaats vormen geen obstakels.
• Laat me Uw macht zien in elke gebeurtenis van mijn leven.
• O Jezus, wij zullen in U geloven, mijn hele familie en mijn vrienden.

Doelen: (Misschien wil je je eigen doelen stellen).

+ Ik zal Jezus om zijn hulp vragen in elke nood.
+ Ik zal het geloof binnenin laten groeien.

Gedachte voor de dag: (Om je meditatie op te roepen.)

Ga naar huis. Je zoon leeft. Hij en zijn hele familie geloofden.